Gepubliceerd op 21-06-2017

Aanslaan iemand

betekenis & definitie

in de boeventaal van begin deze eeuw bet. dit ‘iemand aanklampen (met roofzuchtige bedoelingen)’. Het WNT citeert Bolhuis: Gabbertaal (1937): ‘Sla die vrijer aan, hij heeft poen.’ Een oudere vindplaats is Koster Henke, die als verklaring geeft ‘aan-spreken; een poging in het werk stellen’, met als voorbeeld ik zal dat heertje reis ‘aanslaan’. De uitdr. is tegenwoordig vooral populair in pros- titutiekringen. In hetzelfde slang heeft men het over de aanslag wanneer men de vraagprijs (van een prostituee) bedoelt.

Ze heeft echter net een ‘klant aangeslagen’ en is met hem naar binnen gegaan. (A.C. Baantjer: Doden spreken niet, 1981)

‘Kijk,’ zo verzuchtte een van de vrouwen tegenover ons, ‘als jij voor vijftig gulden aanslaat en twee meter verderop staat er eentje voor vijfentwintig, dan gaat zo’n man toch daar naar toe.’ (Ton van de Berg en Maria Blom: Tippelen voor dope, 1987)

... ik heb ze daarover vaak aangeslagen. (Haring Arie: De Sarkast, 1989)

Om niet geheel als kneus te beginnen, specialiseerde ik mij in het vakjargon. Een voorbeeldje: een hoer slaat voor pijpen ‘met5 een geeltje aan. (Nieuwe Revu, 08/02/95

< >