Gerealiseerde cijfers blijven achter bij (liggen lager dan) de cijfers die aanvankelijk waren geraamd of goedgekeurd. Als een begrotingspost wordt onderscheiden, is er sprake van onderuitputting van die post.
Het kamerlid Kombrink (PvdA) op 9 oktober 1985: ‘… Een lichte onderschrijding van de uitgaven is waarschijnlijker dan een óverschrijding. De inkomsten kunnen verdergaand meevallen dan nu is geraamd …’En de reactie van de minister van Financiën op 10 oktober: ‘… In de Miljoenennota heb ik aangegeven dat dit voor 1984 inderdaad tot de mogelijkheden behoort, hoewel het niet veel zal zijn, maar voor 1985 zie ik geen enkele aanleiding om uit te gaan van een meevallende uitgavenontwikkeling …’
Zie ook onderuitputten.
