1. Procedurele gewoonte.
Tijdens een debat merkt een lid van de Kamer bij voorbeeld op: ‘Mijnheer de Voorzitter, in dit Huis is het een goed gebruik …’2. Praktijken. Misbruik en oneigenlijk gebruik zijn de officiële omschrijvingen voor respectievelijk fraude en praktijken waarbij burgers formeel binnen de perken van de wet blijven maar waarmee ze de bedoeling van de wetgever duidelijk geweld aandoen.