Gepubliceerd op 20-07-2020

Schrikkeljaar

betekenis & definitie

van schrikkelen, frequ. van schrikken = springen, zoo genoemd, daar men in Febr. één dag over schrikkelt, overspringt, d. w. z. tusschen den 23sten en 24sten komt een nieuwe dag bij, zoodat St.-Matthijs, anders op 24 Febr., in een schrikkeljaar op 25 Febr. valt. Voor schrikken = springen, vgl. ’t Mnl.: „Met grote scerden (= metath. voor schreden) hi tot hem scricte” (= op hem toe sprong). Zoo waren schrikkelfeesten, zulke feestdagen, die niet op vaste datums gevierd worden, als Paschen en Pinksteren. Het Vlaamsch heeft nog: ,,een dans op het bal overschrikkelen" (= overslaan) en: ,,Dit kan de onderwijzer wel overschrikkelen '.

< >