Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Gepubliceerd op 07-05-2018

zibethinus

betekenis & definitie

zibethínus (-a, -um), - van Ital. zibetta (van Arab. zabad of zubad), civet, d.i. een sterk riekende, als parfum en opwekkend middel gebezigde, halfvloeibare stof, welke bij de civetkat, een klein roofdier, wordt uitgescheiden door klieren, welke zich bevinden in een nabij den anus gelegen zak: op eenigerlei wijze tot civet of civetkatten in betrekking staand, civetachtig riekend, door civetkatten gegeten wordend. - Deze soortnaam werd voor de doerian gekozen naar aanleiding der volgende mededeeling van Rumphĭus (Herbarĭum Amboinense I, 102): ...“de Durioenen dryven den Uryn af, doen zweeten en verwekken den mensch tot onkuisheit: en de Civetkatten zyn ook zo gretig na deze vrugt, datze zeer ligt daar mede gevangen konnen werden: en men gelooft dat dien geylen zap (die men Civet noemt) aan dat dier meest daarvan gegenereert wert, gelyk ook de Civet van de Mooren en andere Indianen tot verwekking van geylheit wert gebruikt hoewel het ook waar is, datter Civet-katten gevonden werden in landen, daar de Durioenen onbekent zyn.”

< >