Torulínium Desv. [A. N. Desvaux (1784-1856), hoogleeraar te Angers], - van Lat. torŭlus (verkleinw. van torus, leger, bed), bedje. Bij de vruchtrijpheid valt de spil der aartjes uiteen in leden, welke elk met haar omgebogen randen een vrucht omkneld houden; elke vrucht ligt, als het ware, in een bed.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk