Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Gepubliceerd op 07-05-2018

Tanarius / tanarius

betekenis & definitie

Tanárius O. K. [C. E. Otto Kuntze] / tanárius, - naam door Rumphius (Herbarium Amboinense III, 190) gegeven aan eenige boomsoorten, welker schors gebezigd werd “om alderhande netten te tanen of een tanige verwe te geven, waar door ze in ’t zeewater durabel werden, en heeft zijn naam van ’t woord Tan, in ’t Nederduytsch betekenende de groene bolster van een Walnoot en gemalen Eyken schorsse, waarmede men het leer bereyd.” [Noot: In geen der mij bekende woordenboeken komt een Nederlandsch woord tan van deze beteekenis voor, wel taan, een uit eikeschors bereide, gele kleurstof. - Vgl. voorts het Fr. en Eng. tan, run, verwant met het Keltische tann, eik; Fr. tanner, looien; Eng. to tan.]

< >