sonórus (-a, -um), - (Lat.) van sonor (sonōris), klank, geluid: klinkend, schallend. - Hernandĭa - L. [C. Linnaeus] ontving dien soortnaam, “omdat de bekers, welke de vruchten dragen en gedeeltelijk omsluiten, een fluitend geluid maken, wanneer zij door den wind heen en weer geschud worden, waarvan reizigers, die er niet op verdacht zijn, vaak schrikken” (Browne, The Civil and Natural History of Jamaica, p. 373).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk