Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Gepubliceerd op 07-05-2018

sonorus

betekenis & definitie

sonórus (-a, -um), - (Lat.) van sonor (sonōris), klank, geluid: klinkend, schallend. - Hernandĭa - L. [C. Linnaeus] ontving dien soortnaam, “omdat de bekers, welke de vruchten dragen en gedeeltelijk omsluiten, een fluitend geluid maken, wanneer zij door den wind heen en weer geschud worden, waarvan reizigers, die er niet op verdacht zijn, vaak schrikken” (Browne, The Civil and Natural History of Jamaica, p. 373).

< >