siebéri, - 2e nv. van Siebērus, Latinizeering van Sieber: van Sieber, gevonden door Sieber, genoemd naar Sieber. - Celtis - Bl. [C. L. Blume]; - Cordylĭna - Kth. [K. S. Kunth]; - Crocus - J. Gay [J. E. Gay] en Phyteuma - Spreng. [K.
P. J. Sprengel] zijn genoemd naar Fr. W. Sieber (1785, Praag; 1844, Praag), die van 1811-24 een groot deel van Europa voorts Palestina, Egypte, tropisch en Z.-Afrika, Madagaskar, Mauritius en W.-Indië òf zelf bereisde of door zijn inzamelaars (zie kohautiānus) bereizen deed en er groote plantenverzamelingen bijeenbracht, waarin hij handel dreef, waardoor hij indirect de kennis van de flora dier landen aanmerkeljk bevorderde. Hij schreef eenige bot. werken en enkele reisbeschrijvingen; de laatste veertien jaren van zijn leven bracht hij door als verpleegde in een krankzinnigengesticht.