Sedum L. [C. Linnaeus], - van Lat. sedēre, zitten, of van sedāre, (pijn) stillen: zittende plant, pijnstillende plant. Met den naam Sedum werd vroeger het bekende huislook (Sempervīvum tectōrum L. [C. Linnaeus]) bedoeld, dat op last van Karel den Grooten allerwege op daken van boerenwoningen werd aangeplant en dat men nog ten huidigen dage daarop wel aantreft. Nog in mijn jeugd (±1880) werd het op het platteland beschouwd als een uitnemend voorbehoedmiddel tegen het inslaan van den bliksem. - De bladeren werden vroeger aangewend tegen allerlei pijnlijke aandoeningen; zij waren o.a. [zie Dodoens, Cruydeboeck, 2de druk (1563), p. 104] “goet gheleyt op die pijne ende weedom des hoofts” en “ghedruypt in die heete roode ende loopende ooghen”; voorts waren zij “goet gheleyt op dwilt vier” (ontstekingen), “ορ heete ende voorts eetende sweeringhen, op verbrantheyt ende op alle verhitheyt. “Dijsghelijck oock op het heet fledercijn” (jicht).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk