paradiseárum, - 2e nv. mv. van Nieuwlat. paradisĕa, paradijsvogel: der paradijsvogels, door paradijsvogels bezocht. - Paradisĕa is afgeleid van Lat. paradīsus (van Gr. paradeisos, park, dierentuin), park, dierentuin, bij uitbreiding de hof van Eden, het paradijs, de woonplaats der zaligen (Lukas XXIII, 43), waar alles goed en fraai is en de vogels dus ook. Zie voorts paradisiăcus.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk