oldhâmi, - 2e nv. van Oldhāmus, Latinizeering van Oldham: van Oldham, gevonden door Oldham, genoemd naar Oldham. - Crotalarĭa - Miq. [F. A. W. Miquel]; - Ficus - Hance [H. Fletcher Hance] en Lactūca - Maxim. [K.
J. Maximowicz] zijn genoemd naar R. Oldham (1837, ?; 1864, Amoy), tuinman van den bot. tuin van Kew, die als verzamelaar voor die instelling Japan, Korea, de O. kust van China {p. 406} en Formosa bereisde en daar bijna 14000 planten verzamelde, waaronder vele nieuwe soorten. Hij overleed aan dysenterie. Op zijn graftombe te Amoy staan in Lat. overzetting de schoone woorden van Galaten VI, 9 gebeiteld: “Te sijner tijdt sullen wij maeijen, soo wij niet en verslappen.”(“Tempŏre autem suo metēmus non deficientes”).