mooreánus (-a, -um), - (Davallĭa - Masters [M. T. Masters]), - genoemd naar Th. Moore (1821, Stoke, Guildford, Surrey; 1887, Chelsea), hortolanus van den bot. tuin van Chelsea (Londen), schrijver over varens, van 1866-82 mede-redacteur van The Gardeners’ Chronicle. 2. (Primŭla - Balf. f. et W. W. Sm. [I. Bailey Balfour en Sir William Wright Smith]; - Saccolabĭum - Rolfe [R.
A. Rolfe]; - Symbegonĭa - Irmsch. [Edgar Irmscher (1887 - X), hoogleeraar in de plantkunde te Hamburg]), - genoemd naar (sinds 1911 Sir) Frederick William Moore (1857, Dublin; X), zoon van D. Muir (zie moorĕi 1), tuinbouwkundige, van 1874-76 werkzaam aan de kweekerij van Van Houtte (zie houtteānus) en aan de rijkstuinbouwschool te Gent, in 1876 aan den hortus en het bot. laboratorium te Leiden, van 1877-79 hortulanus van den bot. tuin van Trinity College te Dublin. In 1879 volgde hij zijn vader op als hortulanus van den bot. tuin van Glasnevin bij Dublin, dien hij met vele tropische planten verrijkte, en welke betrekking hij in 1922 nederlegde. Hij bereisde het vasteland van Europa en in 1911 de Vereenigde Staten en Canada en maakte speciale studie van (botanische) orchideeën.