Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Gepubliceerd op 07-05-2018

mariscus

betekenis & definitie

Maríscus Gaertn. [J. Gärtner] / maríscus, - het als znw. gebezigde Lat. bnw. mariscus [van mas (maris), mannelijk], tot het mann. gesl. behoorend, dwz. grover dan de zg. vr. plant. Wanneer de oudere schrijvers, zoo ook nog Rumphius (zie Rumphĭa), bij planten een “manneken” (mas) en een “wijfken” (femĭna) onderscheidden, was dat verschil niet gegrond op geslachtskenmerken, doch op de meerdere of mindere forschheid of hardheid der plant; de grovere of hardere van twee in hun oog verwante soorten was het mannetje, de fijnere of zachtere het wijfje (vgl. filix mas; filix feinĭna; Cornus mas, met hard hout; Cornus femĭna, met zachter hout). - Met juncus mariscus duidden de Oude Romeinen een grove soort bies aan. - Als {p. 355} soortnaam gebezigd om gelijkenis met het gesl. Mariscus uittedrukken.

< >