hohenackéri, - 2e nv. van Hohenackērus, Latinizeering van Hohenacker: van Hohenacker, gevonden door Hohenacker, genoemd naar Hohenacker. - Acantholīmon - Jaub. et Spach [Graaf H. F. Jaubert (1798, Parijs; 1874, Parijs), Fr. staatsman-plantkundige; en E. Spach]; - Asparăgus - Kth [K. S. Kunth] en Smilax - Kth [K.
S. Kunth] zijn genoemd naar R. Fr. Hohenacker (1798, Zürich; 1874, Kirchheim unter Teck, bij Stuttgart), van 1821-37 geestelijke te Helenendorf, Z. v/d Kaukăsus, daarna tot 1841 plantenverzamelaar in den Kaukăsus. In 1841 vestigde hij zich te Esslingen, in 1856 te Kirchheim. Na zijn terugkeer in Europa dreef hij handel in door hemzelven en anderen verzamelde planten; voorts schreef hij eenige bot. publicaties.