Hesperethúsa M. J. Roem. [M. J. Roemer, D. plantkundige van het 2de vierendeel der 19de eeuw], - Lat. transcr. van Gr. Hesperethousa (van hespĕra, avond; aithousa, door de zon verwarmd, door de zon verlicht), de door de avondzon verlichte, naam van een der Hesperĭdes (van Gr. hespĕra, avond, westen), de Hesperiden, de dochters van den nacht, welke een ver in het W. gelegen tuin bewoonden, waar zij, te zamen met den honderdkoppigen draak Ladôn, de gouden appelen bewaarden, welke Hêrê (Hera) bij haar huwelijk met Zeus ten geschenke had ontvangen van Gaia (de gepersonifiëerde aarde) en welke aan haar bezitster jeugd, schoonheid en vruchtbaarheid waarborgden. Vgl. Aeglē.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk