graebnéri, - 2e nv. van Graebnērus, Latinizeering van Graebner: van Graebner, genoemd naar Graebner. - Ampelopsis - Bolle [Karl Bolle (1821-1909), D. dendroloog en natuuronderzoeker] is genoemd naar K. O. R. P. P. Graebner (1871, Aplerbeck bij Dortmund; 1933, Berlijn), eerst tuinmansleerling, sedert 1891 volontair aan den bot. tuin van Berlijn, sinds 1892 particulier assistent van Paul Ascherson (zie aschersoniānus), wiens bot. verzamelingen hij ordende, in 1895 te Berlijn gepromoveerd tot Phil.
Dr. op de dissertatie: “Studien über die Norddeutsche Heide”, sedert 1897 medewerker aan Ascherson’s Synopsis der Mitteleuropäischen Flora, sinds 1904 kustos van het herbarium te Berlijn, in 1910 benoemd tot professor aldaar, na Ascherson’s dood (1913) leider van de bot. excursies der Berlijnsche studenten, in den wereldoorlog (1914-18) ijverig bevorderaar van het gebruik van in Duitschland inheemsche planten als surrogaat van vroeger uit het buitenland ingevoerde. Hij bereisde geheel Duitschland, voorts de Zwitsersche en Oostenrijksche Alpen, Bosnië, de Hercegowina, Dalmatië, N.-Italië, de Riviera en de Scandinavische bergen, op al welke tochten hij ijverig planten verzamelde en plantengeographische waarnemingen deed. Voorts schreef hij ruim 160 bot. publicaties, vooral op systematisch en plantengeographisch gebied.