dawsoniánus (-a, -um), - 1. (Anecochĭlus - Stuart Low [Henry Stuart Low] ex Rchb. f. [H. G. Reichenbach]), - in 1886 genoemd naar T. Dawson, omtrent wien geenerlei mededeeling wordt gedaan. 2. (Magnolĭa - Rehd. et Wils. [A.
Rehder en E. H. Wilson]), - genoemd naar Jackson T. Dawson (1841, York, Engeland; 1916, Jamaica Plain, Mass., U.S.A.), hortulanus van het Arnold-arboretum te Boston, als bewijs van waardeering voor zijn gedurende 43 jaren bewezen diensten.