cóccifer (coccífera, coccíferum) / coccíferus (-a, -um), - 1. van Nieuwlat. coccus [Gr. kokkos, kern van ooft, voorts cochenilleschildluis (welke door de Ouden als een soort bes werd beschouwd)], vruchtkluisje, schildluis; ferre, dragen: schildluizen dragend. - Eucalyptus - Hook. f. [J. D. Hooker] werd zoo genoemd, omdat het eerstbeschreven exemplaar zwaar van schildluizen te lijden had gehad. 2. van Lat. coccum [Gr. kokkos, kern van ooft, voorts cochenilleschildluis (welke door de Ouden als een soort bes werd beschouwd)], cochenilleschildluis: cochenilleschildluizen of iets daarop gelijkends, roode bessen of steenvruchten bv., dragend.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk