Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Gepubliceerd op 07-05-2018

coccifer / cocciferus

betekenis & definitie

cóccifer (coccífera, coccíferum) / coccíferus (-a, -um), - 1. van Nieuwlat. coccus [Gr. kokkos, kern van ooft, voorts cochenilleschildluis (welke door de Ouden als een soort bes werd beschouwd)], vruchtkluisje, schildluis; ferre, dragen: schildluizen dragend. - Eucalyptus - Hook. f. [J. D. Hooker] werd zoo genoemd, omdat het eerstbeschreven exemplaar zwaar van schildluizen te lijden had gehad. 2. van Lat. coccum [Gr. kokkos, kern van ooft, voorts cochenilleschildluis (welke door de Ouden als een soort bes werd beschouwd)], cochenilleschildluis: cochenilleschildluizen of iets daarop gelijkends, roode bessen of steenvruchten bv., dragend.

< >