Cleïsocrátera Korth. [P. W. Korthals], - Korthals (zie Korthalsella), de auteur van het gesl., geeft [Ned. Kruidkundig Archief II (1851) 239] bij den naam de volgende toelichting: “Ik verzamelde dit gewas in de binnenlands gelegen bosschen van Borneo’s Zuid-oostkust, toen mij aldaar eene van die windvlagen overviel, welke de zoo heerlijke aloude bosschen als in éénen oogenblik tot een schrikwekkend verblijf maken. Den geslachtsnaam Cleïsocratĕra koos ik ter gedachtenis aan dien oogenblik, toen de dierlijke bewoners verstomden en de eerst rustig gewiegde kroonen der hooge Capellĭae, Dipterocarpi, Quercūs enz. eensklaps begonnen te kraken, en hare reeds afgestorvene dikkere takken, tegelijk met dunnere door de kracht van den wind afgebrokene of losgescheurde, lieten nedervallen, om van door Orchideeën versierde standplaatsen aldaar hervormd te worden tot die van Jungermannĭae en Hymenophyllae.” De naam is dus waarschijnlijk afteleiden van Gr. kleïzein, roemen; kratĕros, krachtig, en te vertalen met: krachtprijzer, krachtverkondiger.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk