Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Gepubliceerd op 07-05-2018

Calendula

betekenis & definitie

Caléndula L. [C. Linnaeus], - verkleiningsvorm van Lat. calendae (van calāre, uitroepen), de eerste dag der maand, die eertijds publiek werd uitgeroepen (op die dagen moesten de renten der schulden betaald worden), bij uitbreiding de maand zelve. De naam werd gekozen, omdat de plant maanden achtereen bloeit. “Sy bloeyen,” zegt Dodoens terecht [Cruydeboeck, 2e druk (1563), 146] “van in den Meye alle den Zoomer duer tot in den winter.” - In Dec. 1932 en begin Jan. 1933 en wederom in den winter 1933/34 zag ik in een tuin te Heemstede goudsbloemen zonder eenige bedekking in vollen bloei. - Een analoge beteekenis heeft het Ned. woord maandroos; ook de maandroos bloeit tot diep in den winter in de open lucht.

< >