Amorphophállus Bl. [C. L. Blume], - van Gr. amorphos, wanstaltig; phallos, mannelijk lid, penis. De naam zinspeelt op de gedaante der kolf. Rumphĭus (Herbarium Amboinense V, 326) beschrijft de kolf van Amorphophallus campanulātus Bl. [C. L. Blume] als “yzelyk om aan te zien, als een verschrikkelyk gedierte ’t welk,veele niet dorsten aanschouwen nog hetzelve naaderen” en de Bataviasche geneesheer Andrĕas Cleyer (zie Cleyēra) schreef aan Rumphĭus, “dat zulk een (bloem) een abominabelen en vervaarlijken stank van zig geeft die voor een mensch onlydelyk is, ja, ik zoude my byna inbeelden, dat zelfs de pest daaruit ontstaan zal konnen, zooals my dezelve op zekeren avond in myn tuin, agter myn huis, daar deze plante stond, ontmoetede, konnende myn volk en huisgezin by,kans in huis niet duuren.”
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk