Vas

betekenis & definitie

meerv. Vasa (Lat.), vat. V. aberrans (Lat., afdwalend, afwijkend) Halleri, de grootste zijtak van het vas deferens. Vasa aberrantia hepatis, galbuizen in het ligamentum coronarium en de appendix fibrosa hepatis. Vasa aberrantia testis, zijtakken van het vas deferens. Vasa afferentia (Lat., toevoerend), de vaten, die in de lymphklieren en nierkluwens komen. V. anastomotica (vgl. Anastomosis), vaten, die een verbinding tusschen verschillende takken tot stand brengen. Vasa capillaria (capilla, haar), haarvaten. Vasa chylifera, chijlvaten; de lymphvaten van den dunnen darm. Vasa collateralia (collateralis, zijdelingsch), zijvaten; slagaderen of aderen, die in dezelfde richting loopen als een grootere tak in de nabijheid. V. deferens (Lat., afvoerend), de uitloozingsbuis van den zaadbal. Vasa efferentia (Lat., afvoerend), de vaten, die uit de lymphklieren, de nierkluwens en de zaadballen komen. V. epididymidis, = ductus epididymidis (zie ald.). Vasa epiploica (zie Epiploon), bloedvaten van het groote net. Vasa graafiana, = vasa efferentia testis. Vasa interlobularia, eindtakken der poortader tusschen de lobuli der lever. Vasa lactea (lacteus, betrekking hebbende op melk), melk- of chijlvaten, zie Vasa chylifera. Vasalymphatica, lymphvaten. V. nutricium hepatis (Lat., voedend vat der lever) s. V. privatum (Lat., afzonderlijk), = art. hepatica. Vasa omphalo-mesenterica (ὀμφαλός, navel; vgl. Mesenterium), dooiervaten. Vasa privata pulmonis (Lat., afzonderlijke vaten der long), de arteriae en venae bronchiales. V. prominens (Lat., vooruitstekend) ductus cochlearis, een eenigszins naar binnen puilend vat in den ductus cochlearis. V. publicum Toldt (tegenst. met vasa privata), = art. pulmonalis. Vasasanguifera s. sanguinea, bloedvaten. Vasa serpentina (Lat., slangvormig) testis, = tubuli contorti van den zaadbal. V. spirale, = V. prominens. V. vasorum, vaten der vaten, d. i. de bloedvaten in de wanden der grootere aderen en slagaderen.