Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 19-04-2022

Stigma

betekenis & definitie

meerv. stigmata (στίγμα, punt, merkteeken), stipje, punt, steek (van een insect, nl. de roode plek, die na een insectensteek ontstaat; syn. umbo. S. costale, beweeglijke 10e rib, bij enteroptose (Stiller). S. degenerationis, hereditatis (degeneratio, ontaarding; hereditas, erfelijkheid), kenteekenen van ontaarding bij erfelijk belaste personen. S. enteroptoticum (Stiller), costa fluctuans decima, welke een teeken is van asthenia universalis (zie ald.), waarvan de enteroptose (zie ald.) een onderdeel is. Stigmata hysterica, kenmerkende teekenen van hysterie. Stigmata Malpighii, de plaatsen in de groote aderen der milt, waar de kleinere uitmonden. Stigmata ventriculi, kleine, bloedige ontvellingen (erosies) der maag.

< >