(μνήμη, geheugen), aldus noemt R. Semon (1904) het individueele geheugen en het geheugen van den stam, d. z. de verworven eigenschappen, die overgeërfd worden; het is de som van alle „engrammen” (ἔγγραμμα, inschrift), nl. de veranderingen, die prikkels in de organische stof achterlaten, en die te gronde liggen aan de verschijnselen van het geheugen, de associatie en de overerving.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk