Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 19-04-2022

Meniscus

betekenis & definitie

(μηνίσκος, maantje), 1. halve maanvormig bindweefselachtig kraakbeenig plaatje, zooals zich in sommige gewrichten, bijv. in het kniegewricht, meniscus genu lateralis en medialis, bevinden (M. interarticularis). 2. concaaf-convexe lenzen of brilleglazen, ook periscopische glazen genoemd. 3. in de natuurkunde, de holle of bolle oppervlakte van vloeistoffen in nauwe buizen.

< >