Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 19-04-2022

Ictus

betekenis & definitie

(Lat.,slag, stoot). Ictus apoplecticus, beroerte; vgl. Apoplexia. I. cordis, de hart- of puntstoot. I. laryngis (Charcot), strottenhoofd-slag (in den zin van beroerte): aanvallen van pijn in het strottenhoofd met drogen hoest en daarop volgende duizeling (vertigo laryngea), overgaande in bewusteloosheid en stuipen. I. solis (sol, zon), zonnesteek.

< >