Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 19-04-2022

Cystis

betekenis & definitie

cyste, hol gezwel met een dikkeren of dunneren wand en vloeibaren, taaien of brijachtigen inhoud; te onderscheiden in: exsudatiecyste, doordat reeds bestaande holten zich met vocht vullen (hygroma, hydrocele, slijmbeurzen); folliculaire cyste, door uitzetting van gesloten folliculi (sommige c. in krop- en eierstokgezwellen); retentie-cyste, door verstopping van uitloozingsbuizen, vervolgens de cysten, die door stoornis in de ontwikkeling van de organen der vrucht ontstaan, gelijk zaadstreng c., dermoiede c., branchiogene c. enz.; extravasatiecyste, doordat uitgestort bloed (bijv. in de hersenen) allengs door heldere vloeistof wordt vervangen, als het bloed en de vernietigde weefselbestanddeelen zijn opgeslorpt (C. apoplectica); verweekte cyste (verkeerdelijk ook „verweekingscyste” geheeten), als deelen van een gezwel week worden en tot vloeistof bevattende holten overgaan (cystadenoma enz.); eindelijk ook blaasvormige parasieten (vgl. Cysticercus echinococcus). C. fellea (fel, gal), galblaas.

< >