Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 19-04-2022

Caruncula

betekenis & definitie

(van caro, vleesch), vleeschwratje, gebezigd voor allerlei kleine vleezige verheffingen, soms ook polypen of omschreven zwellingen, waarin follikels, van het slijmvlies der vrouwelijke geslachtsdelen; vroeger de roode stukjes slijm in de ontlasting bij dysenterie (lotio carnea). C arunculae hymenales s. myrtiformes, myrtekrans, wratachtige overblijfselen van het verwoeste maagdevlies. C. lacrimalis, traanheuvel, een hoopje druifvormige smeerklieren in den binnensten ooghoek, dat een kleine roode verhevenheid vormt in de halvemaanvormige plooi van het bindvlies. C. mammillaris, tepelvormig wratje = bulbus olfactorius. C. sublingualis, wratjes ter weerszijden van het tongtoompje, waarin de uitloozingsbuizen der glandula submaxillaris en sublingualis uitmonden. C. urethrae (Bauhini), = colliculus seminalis.

< >