Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 19-04-2022

Astigmatisme

betekenis & definitie

(στίγμα, prik), gezichtsgebrek, dat hierin bestaat, dat, door een te groot verschil tusschen den kromtestraal in verschillende meridianen van het hoornvlies, van ieder voorwerp een verstrooiingsfiguur op het netvlies wordt gevormd, en „geen punt” (A. regularis). Hiervan bestaan 3 vormen; het enkelvoudige A., waarbij één hoofdmeridiaan emmetropisch breekt, de andere myopisch of hypermetropisch; het samengestelde A., waarbij beide hoofdmeridianen in verschillenden graad òf myopisch òf hypermetropisch breken; het gemengde A, waarbij de ééne hoofdmeridiaan myopisch, de ander hypermetropisch breekt. A. irregularis, de lichtstralen worden in één en denzelfden meridiaan zóó onregelmatig gebroken, dat zij zich niet weder op het netvlies kunnen vereenigen, bijv. bij hoornvliesvlekken. Een geringe graad van A. irregularis wordt ook door den gewonen bouw der lens veroorzaakt.

< >