Articulatio

betekenis & definitie

mv. articulationes, 1. het geheel der spraakbewegingen, waardoor de woorden als samenstellingen van klinkers en medeklinkers worden gevormd; vgl. Anarthrie. 2. het sluiten van de verloskundige tang. 3. gewricht. A. acromioclavicularis, tusschen schoudertop en sleutelbeen A. atlanto-epistrophica, tusschen atlas en draaier. A. atlanto-occipitalis, tusschen de beide knobbels van het achterhoofdsbeen en de beide gewrichtskommen van den atlas. A. carpi, handwortelgewricht. A. cochlearis, schroefgewricht, zie Arthrodia. A. costo-transversaria, tusschen de gewrichtsvlakten van de ribbenknobbeltjes der tien bovenste ribben en de ribbegroeven van de dwarse uitsteeksels der overeenkomstige wervels. A. coxae, heupgewricht. A. crico-arytaenoidea, tusschen ring- en bekervormig kraakbeen van het strottenhoofd. A. cubiti, elleboogsgewricht, bestaat uit drie gewrichten in één beursband, de A. humero-ulnaris, humero-radialis en radio-ulnaris proximalis. A. ellipsoidea, zie Arthrodia. A. femoris = A. coxae. A. genu, kniegewricht, tusschen dijbeen, scheenbeen en knieschijf. A. humeri, schoudergewricht. A. incudo-malleolaris, hamer-aambeeldgewricht. A. incudo-stapedia, aanbeeld-stijgbeugelgewricht. A. intercarpea, handworteltusschengewricht, tusschen de beide rijen handwortelbeentjes. Articulationes intermetacarpeae, tusschenmiddenhandgewrichten, tusschen de zijvlakten van de bases der 2e—5e middenhandsbeenderen. Articulationes intermetatarseae, tusschenmiddenvoetsgewricht tusschen de bases ter 2e—5e middenvoetsbeenderen. Articulationes intertarseae, voetwortel-tusschengewrichten, tusschen de verschillende voetwortelbeenderen, nl. het voorste en achterste sprongbeengewricht, het hielbeencubusbeengewricht, het dwarse voetgewricht, het wigbeen-schuitbeengewricht, het cubusbeen-schuitbeengewricht en het cubusbeen-wigbeengewricht. A. mandibularis, kaakgewricht. A. manus, handgewricht, bestaande uit twee gewrichten, het proximale (bovenste) = A. radiocarpea en het distale (onderste) = A. intercarpea, zie boven. A. sacro-iliaca, heiligbeenheupbeengewricht. A. sellaris, zadelgewricht, zie Arthrodia. A. sphaeroidea, kogelgewricht, zie Arthrodia. A. sternoclavicularis, borstbeensleutelbeengewricht. Articulationes sternocostales, borstbeenribbegewrichten, tusschen de voorste uiteinden der zeven bovenste ribben en de ribbe-insnijdingen van het borstbeen. A. talo-calcanea, achterste sprongbeengewricht, tusschen sprong- en hielbeen. A. talo-calcaneo-navicularis, voorste sprongbeengewricht, bestaande uit de A. talo-calcanea ant. en media en A. talo-navicularis. A. talo-cruralis, bovenste sprongbeengewricht of voetgewricht, tusschen de beide enkels en het sprongbeen. A. tarsometatarseae, zie Lisfranc (gewricht van) A. tarsi transversa, zie Chopart (gewricht van). A. trochoidea, radgewricht (zie Arthrodia).