Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 19-04-2022

Anulus

betekenis & definitie

(verkleinvorm van anus), ring (bijv. nw. anulatus, ringvormig). A. arthriticus, jichtring, de verwijde venae ciliares anteriores bij groene en grijze staar; vgl. ophthalmia arthritica. A. Conjunctivae, bindweefselachtige, zich boven de omgeving verheffende kring aan den rand van het hoornvlies, die het randlissennet bevat. A. femoralis ext., int., uitwendige, inwendige dijring, de beide openingen van het dijkanaal. De inwendige wordt begrensd door het ligamentum lacunare, de scheede der dijvaten, de fascia pectinea en den liesband; de uitwendige omvat de fossa ovalis (zie ald.). A. fibro-cartilagineus, de verdikte rand van het trommelvlies. A. fibrosus, bindweefselachtige ring aan de grens van de kamers en de boezems van het hart, waarvan de kleppen hun oorsprong nemen. A. Haemorrhoidis, „aambeienring”, de kringvormige, door de sluitspier van den aars gevormde verheffing van het aarsslijmvlies. A. inguinalis ext., int., uitwendige, inwendige liesring; de uitwendige (subcutane, mediale), een opening in de uitwendige schuinsche buikspier, ligt boven het mediale einde van den band van Poupart onder de huid, de inwendige (laterale, abdominale) is de ingang van de buikholte in den uitgestulpten processus vaginalis peritonei. A. Iridis major et minor, de breedere ring van het regenboogvlies, die aan den ciliairen rand grenst, en de smallere nabij den pupilrand. A. migrans (migro, rondtrekken), ronde roode kringen op de tong; zijn er veel, dan noemt men dit landkaarttong (zie lingua geographica); zie ook tinea tonsurans. A. tendineus (Zinnii), peesring. Bindweefsel der oogkas, vanwaar de pezen der oogspieren zich vasthechten. A. tympanicus, trommelholtering, de pars tympanica van het slaapbeen bij den foetus, die een naar boven open ring vormt.

< >