Gepubliceerd op 21-02-2019

Willem hendrik van den berg

betekenis & definitie

Willem Hendrik van den Berg (‘Willem’) geb. Den Haag 16 februari 1886. Woonde en werkte in Den Haag en van 1938 af in Amsterdam. Leer­ling van zijn vader A. van den Berg, van de Aka­demie v. B.K. in Den Haag en van W. A. van Konijnenburg en C. F. L. de Wild. Maakte reizen naar Frankrijk, België, Oostenrijk, Italië en Engeland.

Schildert, aquarelleert, tekent (pen), etst en lithografeert figuren (boeren op het land, vissers) en portretten. Verkreeg in 1958 de Artimedaille en in 1959 de 2de prijs op de internatio­nale tentoonstelling van bijbelillustraties te Edinburgh. Lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam, ‘Pulchri Studio’ in Den Haag en van de ‘Gooische Schildersvereniging.’ Van 1938-1953 direkteurhoogleraar van de Rijksakademie te Amsterdam. Gaf les aan J. Batterman, J. P. van den Broek, J. J. Brouwers, H. van Calcar, K. F. Carvalho, A. J. B. Dekkers, J. C. Engelberts, B. C. van Ettinger, G. D. Geerligs, H. R. M. Habes, A. S. Hendriks, Th. Heynes, J. W. Heijting, L. O. A. Hoeffelman, C. J. ten Hoope, L. Kaiser, W. G. J. Kouwer, H. M. Landzaat, K. L. Löb, J. Min, J. Popma, J. W. C. van der Veer, A. Voorzanger, M.J. van der Werf.

Eretentoonstelling Rijksakademie Amsterdam (cat. nov./dec. 1962). Haags Gemeentemuseum: Adam en Eva. 1923; de maaier, 1941; gier; grote witte vogel; en diverse bruiklenen. Singer Museum Laren (N.H.): boeren uit Graubunderland; portret van prof. W. A. van der Pluym; tekeningen. Rijkscollectie: melkende boer; diverse portretten, zowel getekend als in olieverf.

Elsevier LXVII (1924) blz. 291-293; Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I en II; Waller.

< >