Gepubliceerd op 14-02-2019

Wilhelmus petrus van de plas

betekenis & definitie

Wilhelmus Petrus van de Plas (‘Wim’) geb. Udenhout 10 februari 1913. Woonde en werkte in Udenhout, Goirle, Amsterdam, Antwerpen, Den Bosch, Parijs, Den Bosch; sinds 1960 in Helvoirt.

Leerling van de Rijksnormaalschool te Amsterdam o.l.v. G. van Duffelen en Ch. Bakker, van het Hoger Instituut voor Schone kunsten te Antwerpen o.l.v. I. Opsomer, daarna van de Ecole Nationale Supérieure des Beaux-Arts o.l.v. Souverbie te Parijs.

Schildert, aquarelleert en tekent (ook pen en pastel) in realistische trant mensfiguur, het portret, interieur, exterieur, dieren, stillevens en bloemen. Verkreeg de koninklijke subsidie in 1939, subsidie ‘Davidsfonds’ van ‘Arti et Amicitiae’ en veel officiële opdrachten. Belangrijk beeldend kunstenaar. Lid van ‘Arti et Amicitiae’, ‘St. Lucas beide te Amsterdam, en van de Stichting Beeldende Kunsten te Tilburg. Geeft les aan de Koninklijke Akademie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch; gaf les aan B. M. Brekelmans, J. L. N. van Eyk, W. A. van Helvert, W. M. Klijn, O. J. Prinsen, F. G. M. van Roessel, J. A. M. Scheepens, J. M. J. Smolders, W. J. R. Verzantvoort.

Werk in het Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven: negerportret; en in de gemeentehuizen van Den Bosch en Best.

Brabantia 6, 1957 (blz. 189-190); Luns; Mak van Waay.

< >