Gepubliceerd op 14-02-2019

Wilhelmus antonius maria joseph van woerkom

betekenis & definitie

Wilhelmus Antonius Maria Joseph van Woerkom (‘Wim’) geb. Nijmegen 8 maart 1905. Woonde en werkte aldaar, in Den Bosch, Antwerpen, Parijs (reizen naar Marokko, Algiers, Tunis); thans weer in Nijmegen. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Bosch (1921-1924), Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen o.l.v.

I. Opsomer (1926-1929).

Monumentaal kunstenaar; o.a. gebrandschilderde ramen, glas in beton, mozaïek, betonreliëfs; de onderwerpen zijn aangepast aan de aard van de bouwwerken. Was lid van ‘St. Lucas’, voorzitter van de landelijke Algemene Katholieke Kunstenaarsvereniging ‘A.K.K.V.’, ‘Scheppend Ambacht’ Nederland en bestuurslid van ‘Scheppend Ambacht’ Gelderland. Is docent aan de Akademie v. B.K. en Kunstnijverheid te Arnhem, afd. ‘Monumentaal’.

Gaf o.m. les aan H. J. van Bentum, G. Bovelander, H. P. M. Esturgi, D. Meijer, G. R. M. Smulders.

Werk in openbare en particuliere gebouwen.

Mak van Waay; Van Hall II; Waller.

< >