Gepubliceerd op 21-02-2019

Tiete van der laars

betekenis & definitie

Tiete van der laars - geb. Leeuwarden 6 augustus 1861, overl. Hilversum 27 april 1939. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1921, daarna in Hilversum. Leerling van de Rijksschool voor Kunstnijverheid o.l.v. W. B. G. Molkenboer, en de Rijksakademie te Amsterdam.

Leraar aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid in de hoofdstad. Tekenaar van dekoratieve en heraldische voorstellingen. Bekend wapentekenaar (o.m. van de Koffie-Hag wapenalbums (1925) met honderden afbeeldingen van gemeentewapens). Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Gaf les aan Tj. Bottema, A. J. Jungblut, P. Klooster, N. A. van der Kreek, W. van Kuilenburg, D. G. van Luijn, K. Mobach, C. Mus Hzn, M. Nauta, J. A. H. F. Nicolas, E. F. Nieuwenhuis, J. Rot, A. W. Smith, P. Th. A. Swillens, J. Uri, J. G. van der Valk, A. G. Wefers Bettink, W. L. Wijmans, H. Ukelenstam, D. J. van der Zweep.

Luns; Van Hall II.

< >