Gepubliceerd op 21-02-2019

Theodoor franciscus goedvrind

betekenis & definitie

Theodoor Franciscus Goedvrind (‘Theo Goedvriend’) geb. De Steeg (gem. Rheden) 31 januari 1879, overl. Wamsveld 18 februari 1969.

Woonde en werkte in Amsterdam, Den Haag, Hilversum, Italië (Rome, Florence), Frankrijk, Duitsland (München), Limburg, Gelderland, Scheveningen, Wassenaar; sinds 1948 in Rheden (De Steeg). Heeft veel buitenlandse reizen gemaakt. Leerling van A. J. Derkinderen (Laren N.H.), daarna van de Kunstnijverheidsschool te Amsterdam en vervolgens van Th. van Hoijtema te Hilversum. Trok daarna naar Italië en kopieerde in musea (o.m Florence) oude meesters.

Schilderde, etste en lithografeerde stadsgezichten, stillevens, dood wild, vooral grote bekendheid gekregen door zijn schilderijen met paddestoelen. Maakte ook goede landschappen. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Gaf o.m. les aan F. Boersma, F. P. Huygens, Th. Mauve, H. J. Nicol Speijer en C. Schoonboom.

Gemeentemuseum Arnhem: landschap (gem. T. Goedvriend); IJssellandschap (gem. Goedvriend). Haags Gemeentemuseum: ganzen bij een hoeve; paddestoelen (bruikleen). Dordrechts Museum: paddestoelen. Frans Halsmuseum Haarlem: paddestoelen. Rijkscollectie: zwammen en paddestoelen.

Elsevier XC (1935) blz. 353; ‘Goedvriend.” Wageningen, 1954; Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller; Wesselink.

< >