Maria Charlotta Louise Fritzlin (‘Louise’) geb. Amsterdam 16 oktober 1870, overl. Baarn 11 februari 1953.
Huwde op 12 april 1911 te Bussum met ir J. C. Loman. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1905, Bussum tot ca. 1920, Zwolle, Baarn vóór 1924, Den Haag 1924-1943, Apeldoorn tot 1946, daarna in Baarn. Leerlinge van de Rijksakademie te Amsterdam o.l.v. A. Allebé, ook lessen van G. H. Breitner.
Schilderde en tekende uitstekende landschappen en enkele portretten, w.o. een zéér goed zelfportret.
Centraal Museum Utrecht: ruim 40 schilderijen, w.o. huizen aan de Appelmarkt, 1903; bloeiende tuin met dame en hond, 1908; zelfportret, 1909; en ca. 30 aquarellen en tekeningen, w.o. landschappen, stadsgezichten, figuren enz.
Luns; Mak van Waay.