Julius Jacobus van de Sande Bakhuyzen geb. Den Haag 18 juni 1835, overl. Den Haag 21 oktober 1925.
Leerling van zijn vader H. van de Sande Bakhuyzen en van de Akademie v. B.K. in Den Haag o.l.v. J. E. J. van den Berg. In 1866 ging hij, samen met Philip Sadée, voor een half jaar naar Dusseldorf, daarna naar Drenthe en NoordHolland en vestigde zich toen in zijn geboorteplaats. In 1871 behaalde hij de grote koninklijke medaille op de tentoonstelling te Amsterdam met de Vijver in het Haagse Bos.
Was een der oprichters van de etsclub in ‘Pulchri Studio’. Gaf les aan E. A. Becht en F. P. ter Meulen; was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.
Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1853-1903 en later: de hertenkamp in het Haagse Bos; in de Scheveningse Bosjes; langs de Beek; dijk bij Herwijnen, en diverse andere landschappen; Haagse stadsgezichten. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo:
2 tekeningen. Rijksmuseum Amsterdam: avondlandschap in Drenthe. Haags Gemeentemuseum: diverse landschappen en bosgezichten. Rijksmuseum H. W. Mesdag Den Haag: heideweg te Rolde; schuurtje in Drenthe. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: stadsgezicht in Den Haag; maartse buien.
Teylers Stichting Haarlem: het Zieken in Den Haag. Huis Oudaen bij Breukelen: landschap (aquarel). Museum Willet-Holthuysen Amsterdam: rozen in een porseleinen vaas. Nederlands Spoorwegmuseum Utrecht: station Den Haag H.S. (1889). Provinciaal Overijssels Museum Zwolle: riviergezicht.
Werk in de Rijkscollectie.
Elsevier 1892 (III, Lod. Mulder); Kunstkronijk 1871 (blz. 22); Luns; Marius; Plasschaert; Scheen; Schildersboek 1898 (II); Thieme-Becker; Van Hall I; Waller.