Johannes Antiquus geb. Groningen 11 oktober 1702; volgens betrouwbare inlichtingen zou hij in Groningen overl. zijn, oud 46 jaar. Tot zijn 20e jaar les van de glasschilder G. van der Veen, nam daarna les bij een ‘arme’ kunstenaar genaamd: Bentheiwein; na een jaar werd hij leerling van J. A. Wassenberg (1723-1725).
Was eerst glasschilder, en ontpopte zich later als een belangrijk historieschilder. Er bestaan tal van tekeningen (meest portretten) van hem. Heeft verscheidene buitenlandse reizen gemaakt, o.a. naar Frankrijk 1725, Florence 1726 (samen met zijn broer Lambertus). Verbleef daar 6 jaar als hofschilder, vertrok daarna naar Rome en andere steden in Europa en keerde vóór 1738 terug naar Nederland. In 1739 was hij als hofschilder werkzaam te Breda (daar negen jaar lang gebleven).
Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: tekening. Museum Groningen: dames-en herenportret (geschilderd in 1739).
Immerzeel; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek I; Scheen; Thieme-Becker; Wurzbach.