Gepubliceerd op 21-02-2019

Johanna petronella catharina antoinetta koster

betekenis & definitie

Johanna Petronella Catharina Antoinetta Koster (‘Jo’) geb. Kampen 16 april 1869, overl. Heelsum 17 januari 1944.

Woonde en werkte in Amsterdam 1885-1889, Rotterdam ca. 1894, Zwolle 1902-1903, Hattem, daarna in Den Haag. Leerlinge van de Rijksnormaalschool te Amsterdam (1885-1888), de Tekenakademie te Rotterdam o.l.v. A. H. R. van Maasdijk en J. Striening, daarna te Parijs (atelier F. Colarossi), te Brussel, drie jaar o.l.v. E. Blanc Garin. Heeft ook raadgevingen van H. P. Bremmer gehad (1904).

Schilderde, aquarelleerde, tekende, etste en lithografeerde, landschappen, figuurstukken en portretten. Was ook kunstnijveraarster (kunstnaaldwerk en houtsnijdster). Was lid van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag en van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Tentoonstellingen Amsterdam 1903. Rotterdam 1894 en 1902. Den Haag 1896 en Leeuwarden 1903: diverse portretten. w.o. in pastel; Staphorster interieurs met personen; voor de spiegel; wieden; enz.

Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: zittende oude vrouw. Centraal Museum Utrecht: stilleven. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: interieur te Staphorst (niet gem.); stilleven voor raam (gem. Jo Koster 1912); aardappelschillende vrouw (niet gem.); sneeuwlandschap (gem. Jo Koster (van Hattem) 1920).

Elsevier LIII, 1917 (blz. 244-246) en LIX. 1920 (blz. 3033); Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Thieme-Becker; Van Hall I en II; Waller.

< >