Gepubliceerd op 21-02-2019

Jkvr. jacoba berendina van heemskerck van beest

betekenis & definitie

jkvr. Jacoba Berendina van Heemskerck van Beest (‘Jacoba’), (‘Jacoba van Heemskerk’) geb. Den Haag 1 april 1876, overl. Domburg 2 augustus 1923.

Woonde en werkte in Den Haag tot ca. 1901, Laren (N.H.), Parijs ca. 1907, Domburg na 1908, daarna langdurig in Berlijn, Hilversum, Den Haag en van 1922 af in Domburg. Leerlinge van haar vader jhr J. E. van Heemskerck van Beest, van J. Wortman (2 jaar), W. Hamel, de Akademie v. B.K. in Den Haag (1897-1901), F. Hart Nibbrig (1904), E. Carrière te Parijs (| jaar), daarna raadgevingen van J. Th. Toorop.

Schilderde, tekende, etste en lithografeerde eerst figuren (jonge vrouwen en boerinnen), daarna landschappen ; later in de ban van het Duitse expressionisme. Toch blijft ‘het bos’ een hoofdmotief in haar werk. Maakte ook houtsneden. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: bos (compositie nr 6); schepen (compositie nr 15); compositie nr 66; compositie nr 100 (?); compositie nr 106. Haags Gemeentemuseum: landschappen en een groot aantal composities (ca. 30 stuks); etsen en litho's. Centraal Museum Utrecht: landschap. Zeeuws Museum Middelburg: moderne compositie.

Elsevier LXXXVII (1934) blz. 149-151; Luns; Mak van Waay; Ned. Dienst v. Schone Kunsten Den Haag, 1954 no 9 (R. W. D. Oxenaar, blz. 72-79); Plasschaert; Thieme-Becker; Waller.

< >