Gepubliceerd op 14-02-2019

Jan hendrik maronier

betekenis & definitie

Jan Hendrik Maronier geb. Den Bosch 10 februari 1883. Woonde en werkte in Den Bosch, Rotterdam, Utrecht tot 1930, Zeist (Den Dolder) tot 1940, Den Haag tot 1959; sinds 1959 in Wassenaar. Vormde zich vnl. zelf, raadgevingen van A. Allebé en W. Vogelsang. Maakte studiereizen naar Bazel, Windsor, Milaan, Florence en Parijs.

Chef de bureau NS, conservator van het Koninklijk Instituut van Land- en Volkenkunde, kunstschilder.

Schildert, aquarelleert, tekent (pastel), etst, lithografeert portretten (die uitstekend zijn), bloemstillevens en enkele landschappen en stadsgezichten. Maakt ook houtgravures. Lid van ‘St. Lucas’ te Amsterdam en van het genootschap ‘Kunstliefde’ te Utrecht.

Centraal Museum Utrecht: drie portretten (tek.); de handen van de medailleur J. J. van Goor (tek.) Nederlands Spoorwegmuseum Utrecht: afbeeldingen van locomotief en rijtuig uit 1829 en 1830 (waterverftek. 1935); spoorbrug bij Velzen (potloodtek. 1921).

Maronier; Waller.

< >