Gepubliceerd op 14-02-2019

Jaap ploos van amstel

betekenis & definitie

Jaap Ploos van Amstel geb. Bussum 3 november 1926. Woonde en werkte in Bussum; sinds 1960 in Haarlem.

Leerling van het Instituut tot Opleiding van Tekenleraren te Amsterdam (1945-1950, behaalde akte M.O. A en B) en leerling van O. Kokoschka. Maakte reizen naar Spanje, Italië, Joegoslavië, Turkije, Griekenland en Frankrijk.

Schildert, tekent (pen), etst, maakt houtsneden en werkt in scherpsteen-mozaïek. Onderwerpen: landschap, stad, dier, stilleven, techniek. Verkreeg in 1954 en 1955 de koninklijke subsidie, behaalde in 1962 de Talensprijs, in 1965 de Heinekenprijs en in 1966 de prijs van de Henriëtte Roland Holst Stichting. Lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam, de Ned. Kring van Tekenaars, ‘De Groep’ te Haarlem, ‘Pulchri Studio’ Den Haag en van het A.K.G. te Amersfoort. Geeft les aan de Gerrit Rietveld-akademie te Amsterdam.

Rijkscollectie: stilleven, 1957: een aantal tek. en lino’s en werk in het Frans Halsmuseum Haarlem en het Haags Gemeentemuseum.

< >