Gepubliceerd op 21-02-2019

Gesina berendina boevé

betekenis & definitie

Gesina Berendina Boevé (‘Gesina’) geb. Rot­terdam 1 december 1881, overl. Zeist 5 november 1958.

Woonde en werkte in Rotterdam tot 1941, daarna in Doorn. Leerlinge van de Akademie v. B.K. te Rotterdam o.l.v. A. Spoon J. H. F. C. Nachtweh, H. Luns, A. H. R. van Maasdijk, F. G. W. Oldewelt, S. Moulijn (lithograferen) en A. P. Derkzen van Angeren.

Schilderes van por­tretten, figuren (clowns, vissers), maskers en reli­gieuze voorstellingen. Ook aquarelliste en tekenares, maar vooral grafica (litho’s, etsen en hout­sneden). Was lid van de vereniging tot Bevorde­ring der Grafische kunsten, van ‘R. 33’ te Rotter­dam en van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Centraal Museum Utrecht: onder geleide (gem. Gesina Bouvé 1937); blind (droge naald), vrouwen en de slaap (tekeningen in bruikleen). Rijkscollectie: grafische werk.

Luns; Maandblad voor Beeldende Kunsten III (1926) blz. 310-312; Mak van Waay; Van Hall I en II; Waller.

< >