Cornelis Marie Roovers (‘Kees’) geb. Rotterdam 6 mei 1890. Woonde en werkte in Rotterdam tot 1918, Rijswijk (Z.H.) na 1918, St.
Cloud S.O, (Fr.), Voorburg; sinds 1936 in Den Haag. Leerling van de Avond-Akademie v. B.K. te Rotterdam o.l.v. M. J. B. Jungmann, en van de spec. dagcursus o.l.v. H. Luns, tevens leerling van zijn vader, de kalligraaf J. Roovers.
Schildert, aquarelleert en tekent (pen, pastel) vnl. figuren en portretten, heeft ook landschappen, stillevens en stadsgezichten gemaakt. Kunstnijveraar, beeldhouwer en medailleur. Heeft voorts litho’s en houtsneden vervaardigd.
Maandblad voor Beeldende Kunsten III (1926) blz. 126128; Van Hall I; Waller.
