Christiaan Nicolaas Everhardus de Moor (‘Chris’)' geb. Rotterdam 5 februari 1899. Woonde en werkte in Rotterdam, Parijs, Wassenaar tot 1934, sindsdien in Den Haag, na 1964 ’s winters in Den Haag en ’s zomers in St.
Maria a Monte in Italië. Leerling (eerste lessen) van A. W. van Voorden, van de Akademie v. B.K. te Rotterdam en van de Ecole des Beaux-Arts te Parijs. Maakte studiereizen ;o.m. naar België, Frankrijk, Italië en Hongarije.
Schildert, aquarelleert en tekent (ook gouaches) portretten, figuren, landschappen en composities (vóór W.O. II figuratief, na 1945 ook abstrakte composities). Maakt ook wandschilderingen en litho’s. Kunstnijveraar: wandtapijten, glas-in-lood-ramen, keramiek. Behaalde een zilveren medaille te Milaan. Onderscheiden met het erediploma op de wereldtentoonstelling te Parijs voor geweven stoffen. Was van 1951 tot 1964 esthetisch adviseur bij de P.T.T.
Gaf les aan C. Andréa, O. Cramer, B. C. van Ettinger, F. J. Mansveld, F. L. J. A. Melis, A. J. E. van Stolk. Lid van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag, V.A.N.K., de Haagse Kunstkring enz.
Tentoonstelling Haags Gemeentemuseum (cat. 26-4-10-6-1957) en tent. Sted. Mus. Amsterdam (cat. no 323. 1962).
Haags Gemeentemuseum: diverse portretten; drie figuren, 1957 (gouache); groei, 1961 (gouache). Werk in het Gemeentemuseum Den Haag, Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam, Stedelijk Museum Amsterdam en Letterkundig Museum Den Haag. Het Nederlandse Postmuseum Den Haag: portret van W. A. van Konijnenburg (tek.); diverse ontw. voor Ned. postzegels. Rijkscollectie: zonnebloemen; boomnimf. 1954; gouaches enz. Maandblad voor Beeldende Kunsten III (1962) blz. 158160 en V (1928) blz. 321-323; Mak van Waay; Van Hall I en II; Waller.