Gepubliceerd op 21-02-2019

Christiaan hendrik beekman

betekenis & definitie

Christiaan Hendrik Beekman (‘Chris’) geb. Den Haag 28 mei 1887, overl. Blaricum 13 januari 1964.

Woonde en werkte in Den Haag, Parijs, Eemnes 1923, Amsterdam tot 1963, Blaricum tot 1964. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag o.l.v.

F. Jansen.

Schilderde, aquarel­leerde en tekende landschappen, figuren en stil­levens in de trant van de Haagse School, ging later meer over tot het kubisme. Ook graficus. Was lid van ‘De Onafhankelijken’ en van ‘De Brug’ te Amsterdam. Gaf les aan P. C. Gimbel en D. Wiarda.

Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: zelfportret (gem. C.B.); stilleven (gem. Christ. B. 1913); stilleven met ton­netje (gem. Christ B. 1916); winter (gem. Christ.

B. ’ 16-’ 17); jongen met kruiwagen (1917); houtzagers (1917); theeservies (1917-’18); twee meisjes onder een parasol (I9I7-’18); compositie (1918-’19); gezichten (1918-’19); compositie (1919); 53 tekeningen. Singer Museum Laren (N.H.): tekening. Rijkscollectie: Montmartre in de mist; lente aan de gracht; compositie, 1917; grafisch werk. Haags Gemeentemuseum: compositie (gem. Christ. B. 1920).

Luns; Mak van Waay; Waller.

< >