Christiaan Emil Maria Küpper geb. Utrecht 30 augustus 1883, overl. Davos (Zwitserland) maart 1931. Pseudoniem: Theo van Doesburg.
Woonde en werkte in Amsterdam tot 1916, Haarlem tot 1917, Zoeterwoude 1917, Leiden tot 1921, daarna in Weimar (Dld). Leerling van A. J. Grootens (1901-1902), vormde zich verder zelf. Schilderde, tekende, etste en lithografeerde. Ook beeldhouwer en schrijver (kunstkriticus). Tekende (houtsneden) ‘de maskers af’ en karikaturen. Werd genoemd de maker van het ‘abstrakte’ schilderij. In 1917 medeoprichter en leider van het tijdschrift De Stijl.
Haags Gemeentemuseum: compositie IX. 1917; contre-composition en dissonances, 1925. Centraal Museum Utrecht: knielend naakt, gouache (gem. Theo van Doesburg 1917); contre-composition, 1924 (gouache). Haags Gemeentemuseum: diverse composities. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: geometrische compositie (gem. T. v. D. 1916). Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven: compositie XXII, 1920.
Mak van Waay; Plasschaert; Thieme-Becker; Van Hall I en II; Waller.