Barend Johannes van Tongeren geb. Utrecht 12 april 1892. Woonde en werkte in Utrecht, Amsterdam, Wageningen; thans in Bennekom (gem.
Ede). Leerling van het genootschap ‘Kunstliefde’ te Utrecht o.l.v. A. E. Grolman, J. C. U. Legner, J. Gabriëlse, J. H. Boot en J. Hoevenaar Wzn, daarna te Amsterdam opleiding tekenakte o.l.v. H. A. van der Wal, vormde zich verder zelf.
Schildert, aquarelleert en tekent (pastel en pen) in naturalistische (en in dekoratieve) rangschikking landschappen, portretten, stillevens en bloemen. Illustrator van botanisch wetenschappelijke publikaties enz. Hij ontwierp en tekende gelegenheidsalbums en oorkonden, o.m. voor leden van het koninklijk huis. Van 1919 tot 1957 verbonden aan de Landbouwhogeschool te Wageningen als tekenaar-lithograaf. Was van 1916 tot 1918 lid van ‘De Onafhankelijken’ te Amsterdam.